Ontstaan er verschillende soorten ICT-gebruik die passen bij verschillende scholen?
Wat zijn de effecten van die vormen van ICT-gebruik?
Belangrijk is dat men bij Cumulus niet uitging van de technische mogelijkheden van ict maar van de meerwaarde van ict voor het leren op school. De effecten die de scholen wilden bereiken waren; motivatie/betrokkenheid, leerresultaten, zelfstandig werken en differentiatie. De scholen waren verdeeld in A (leerkrachtgestuurd), C (leerlinggestuurd) en B-scholen (combinatie van A en C).
Een aantal van de resultaten;
De motivatie en de betrokkenheid groeit bij het gebruik van ict
Er is nog weinig te zeggen over leerresultaten
Niet alle leerlingen worden getriggerd door ict
ICT is in het begin leuk. Daarna moet er weer iets gebeuren om het leuk te houden. Denk bijvoorbeeld aan het digibord.
Leerlingen van B/C-scholen hebben soms meer begeleiding en structuur nodig bij het werken met ictmiddelen dan leerkrachten verwachten. Leerlingen van A-scholen werken juist zelfstandiger dan hun leerkrachten verwachten.
De motivatie van leerlingen die het metriek stelsel kregen aangeboden via het digibord lag 46 % hoger dan bij de leerlingen die het zonder digibord moesten stellen. Leerlingen die rekenen leuk vinden waren vaker positief over het digibord.

Na de presentatie van de onderzoeksresultaten was het de beurt aan Alex van Emst. Hij gaf een zeer onderhoudende presentatie over het onderwerp ‘Innoveren is het creëren van eigenaarschap’. Volgens van Emst denkt de Nederlandse leraar voor een groot deel in vakinhouden.
Je moet uitbouwen waar je goed in bent, opbouwen waar je interesse ligt en compenseren waar je geen talent voor hebt. Erkenning en invloed zijn belangrijk, de schoolleiding blijft daarbij doorslaggevend. 90% van de deelnemers noemde zich eigenaar van de bereikte innovaties.